Beaphar Anti - Luchtpijpmijt 10 ml
Diergeneesmiddel ter bestrijding van luchtpijp- en luchtzakmijten bij kanaries, prachtvinken en andere volièrevogels. Tevens werkzaam tegen schurft bij parkieten. Inhoud: 10 ml
De mijt, sternostoma tracheacolum, komt voor bij kanaries en Gould Amadines, maar is ook aangetroffen bij overige prachtvinken, Japanse meeuwtjes, putters, zebravinken, muspapegaaien en grasparkieten.
Ziekteverschijnselen
De mijten veroorzaken ontstekingen, mede doordat zij zich met hun klauwen vasthaken in slijmvliezen en bloed van de gastheer zuigen. Uitwendig ziet men enig verlies van conditie, wat bol in de veren zitten, verlies van stem (kanaries), ademhalings-stoornissen met wat smakkende en piepende geluidjes. Met vrij regelmatige tussenpozen worden slikbewegingen gemaakt en ziet men wurgende pogingen om iets uit de luchtpijp omhoog te werken, waarbij vaak de kop zodanig bewogen wordt alsof de vogel iets wil wegslingeren. Bij zware infecties kunnen sterfgevallen optreden.
Aantonen van de luchtpijpmijt bij de levende vogel
De mijten bevinden zich in de luchtpijp, de longen en de luchtzakken, ingebed in wat slijm. Als de mijten in de luchtpijp aanwezig zijn, kunt u deze soms bij de levende vogel waarnemen als u als volgt handelt. Maak de veren van de hals met water vochtig en veeg deze dan zodanig omhoog en omlaag, dat aan beide zijden van de hals een strook onbevederde huid vrijkomt. Door nu de halshuid naar de borstzijde uit te trekken, komt de luchtpijp in de huidplooi te liggen. Indien u vervolgens de vogel voor een lampje houdt ziet u de mijten als zwart puntjes in de luchtpijp.
Hoe vindt de besmetting met de mijten plaats?
Zowel de volièrevogels als vogels in de vrije natuur kunnen gedurende langere tijd dragers van de mijt zijn zonder ziek te worden. Op deze wijze kan ongemerkt de mijt in een vogelbestand ingebracht worden. Besmetting van de andere vogels vindt plaats door de jonge mijten die in de neusholte voorkomen. De besmetting kan rechtstreeks, via het drinkwater, via het voeder of bij het voederen van de jonge vogels door hun ouders overgebracht worden. Uitwendige omstandigheden, zoals een te hoge of een te lage luchtvochtigheid en temperatuur, voeder- of omgevingswisseling en sociale stress kunnen de ziekte plotseling acuut maken. Vanaf het besmet raken met de mijt kan het weken tot zelfs maanden duren voordat de ziekteverschijnselen optreden.
Bestrijding luchtpijpmijt
Om de luchtpijpmijt effectief te kunnen bestrijden is het van belang datalle mijten, dus ook die in diepere gedeelten van het luchtzaksysteem of in de buikholte, worden bereikt. Vandaar dat Beaphar heeft gekozen voor het zogenaamde spot-on systeem. Hierbij wordt het werkzame middel direct op de huid aangebracht. De vloeistof dringt door de huid heen, wordt opgenomen in het bloed en doodt alle in het lichaam aanwezige mijten.
De vloeistof zit in een handige druppelflacon.
Werkzame stof: ivermectine 0,12%
Bij het constateren van luchtpijpmijten dienen alle vogels in de volière behandeld te
worden. De dosering is 1 druppel per vogel (voor grasparkieten en zwaardere vogels
wordt geadviseerd 2 druppels per vogel), aan te brengen op de onbevederde huid
in het halsgebied. Het is beslist noodzakelijk om de veertjes wat opzij te vegen en
de druppel op de huid aan te brengen en dus niet op de veren, omdat anders het
middel niet opgenomen kan worden via de huid.
Bij het openen van het flesje dienen de volgende stappen ondernomen te worden.
Draai het dopje los. Knijp vervolgens licht in het rode gedeelte van de dop.
Nu wordt vloeistof opgezogen in de druppelaar. Til nu hetdopje uit het flesje.
De vloeistof zit in de druppelaar. Door nu een lichte druk met uw wijsvinger en
duim uit te oefenen op het rode gedeelte van de dop, komt er een druppel vrij uit
de druppelaar. Op deze manier kan per druppel gedoseerd worden.
Herhaling van de behandeling
Om te voorkomen dat een vogel, die aan de aandacht ontsnapt is, de hele volière
weer opnieuw besmet, wordt geadviseerd de behandeling na 4 weken nog eens te
herhalen. Omdat ook voeder- en drinkbakken en bakken waarin vogels baden bronnen
van herbesmetting kunnen zijn, verdient het aanbeveling deze grondig te reinigen
en te ontsmetten.
Tijdstip van toepassing
Bij voorkeur dienen de vogels 1-2 maanden voor de kweekperiode behandeld te
worden ter voorkoming van nestbesmetting.